- Coll 019 01 De Leer der Gemeente (Ecclesiologie) – deel 2 Ab Klein Haneveld 01:20:12
- Coll 019 02 De Leer der Gemeente (Ecclesiologie) – deel 2 Ab Klein Haneveld 01:00:06
- Coll 019 03 De Leer der Gemeente (Ecclesiologie) – deel 2 Ab Klein Haneveld 01:07:47
- Coll 019 04 De Leer der Gemeente (Ecclesiologie) – deel 2 Ab Klein Haneveld 01:18:02
In de Bijbel wordt de Gemeente van Christus beschreven als een organisme, een lichaam. Nérgens als een door mensen op te bouwen organisatie. De groei van de Gemeente hangt samen met die van de individuele leden, waarvoor voeding met het Woord van God nodig is. Zij zijn de levende stenen, de eerstelingen die eeuwig leven hebben ontvangen en van wie Christus de Eerste en de Laatste (Alfa en Omega) is. Hij Zélf, het Hoofd, zorgt voor de opbouw, die begon met Zijn opstanding. Voor de groei van het Lichaam is Hij allerminst afhankelijk van de gelovigen, maar zij kunnen in dat proces wél door Hem worden gebruikt onder de heerschappij van de genade. In navolging van Hem mogen zij zich beschikbaar stellen als “Gode welgevallig offer” voor priesterlijke dienst. Voorzover de Heer in deze tijd een werk doet, is dat uitsluitend aan de Gemeente. Pas na haar opname volvoert Hij Zijn plan met de schepping, Israël en de volkeren.
“Van U zal Mijn lof zijn in een grote Gemeente.”