- C247 01 De Heer zal voorzien Ab Klein Haneveld 01:15:47
- C247 02 De Heer zal voorzien Ab Klein Haneveld 01:04:15
- C247 03 De Heer zal voorzien Ab Klein Haneveld 00:50:21
Toen God voorzag in een offerdier ter vervanging van Izak, verwees dat naar dood en opstanding van de Heere Jezus Christus en Zijn Gemeente. Abraham geloofde dat de Heere zou voorzien en zei dat letterlijk: ‘Jehovah yireh’. Uit woordstudie van die term, afgeleid van het Hebreeuwse ‘ra-ah’, blijkt dat diverse begrippen erin samenvallen. Zoals: zien, laten zien, kijken naar, beschermen, bewaken en verschijnen. Alle hebben met licht te maken. Overdrachtelijk met het Licht waarop de gelovige zich zou richten. Izak Abrahams énige zoon genoemd, hoewel Ismaël eerder werd geboren verkréég bij het offer leven, in plaats van het te verliezen. Een verwijzing naar dood en opstanding van de Heere Jezus, Die daarin de Zijnen voorging. Daarbij refereert het altaar niet aan dood (zoals het kruis, c.q. de slachtbank), maar aan leven. Nieuw leven van de Hogepriester, tot Wiens genadetroon gelovigen zouden naderen. Overeenkomstig zijn getuigenis ‘De Heere zal voorzien’ noemde Abraham de offerplaats Moria, waar Salomo de tempel zou bouwen.
“De Heer zal Zichzelf een lam ten brandoffer voorzien.”