- A689 Alsnog besneden te Gilgal Ab Klein Haneveld 15 mei 2022 01:22:16
Hoewel het woord ‘wedergeboorte’ niet letterlijk in het Oude Testament voorkomt, had de Farizeeër Nicodemus van het begrip wel kunnen weten. Dat begrip, overgang van dood naar nieuw leven, komen we onder meer tegen te Gilgal (wentelen), van waaruit Israël destijds het beloofde land in bezit kreeg. In Jozua 5 gaat er daarover en wordt als het ware de toekomstige wedergeboorte van Israël beschreven. De wandel van het volk door de woestijn is in wezen die van de gelovige door deze wereld, op weg naar iets beters en onderweg ontvangen we als manna Gods Woord. Wie gelooft rechtvaardig te zijn, zou ook als rechtvaardige moeten leven. Daarvoor worden we ook beloond. De opgerichte gedenkstenen in Jozua 4 (en ook in Genesis) zijn een merkteken dat verwijst naar de opgestane Heer. Met de glans van Zijn heerlijkheid heeft ook de besnijdenis te maken: Het oude wordt weggenomen om het nieuwe openbaar te maken. Maar bij een besnijdenis wordt slechts een deel van de voorhuid weggenomen, een beeld ervan dat ook gelovigen nog steeds in een oude schepping leven. Wedergeboorte is overigens niet zo populair. Men blijft liever voor de Jordaan staan, de doodsrivier. Oversteken daarvan brengt mensen in het beloofde land, zoals eens het volk Israël.
“Zijt gij een leraar van Israël en weet gij deze dingen niet?”