- A668 De tegenwoordige boze eeuw (Gal.1) Ab Klein Haneveld 01:02:19
Het Evangelie geeft geen instructies voor gedrag in de wereld, maar voor dat in de gemeente. Hele kerkscheuringen ontstonden doordat men het onderscheid niet kende tussen het kruis van de Heer voor alle mensen en Zijn opstanding voor de uitverkorenen. Men weet niet wat Christus in deze bedeling doet, zoals Paulus in Galaten 1 laat zien. God blijft wel Dezelfde, maar dóét – een plan uitwerkend – niet steeds hetzelfde. Zijn Woord niet goed kennend, denken velen dat men Hem moet overhalen iets te doen. Gelovigen hebben geen plaats in de wereld, waarvan duisternis het kenmerk is, waarmee God Zich niet bemoeit en die door de duivel wordt geregeerd. Christendom is doordrenkt met de gedachte dat men zich daarin een plaats moet verwerven. Dat dacht ook Constantijn de Grote, die het christelijke geloof leidend in die wereld wilde maken. Dat ging mis, zoals hij door de Bijbel had kunnen weten. Mensen worden geroepen uit een dode en dwaze wereld tot leven uit genade te komen, zonder de wet, ook al lijken veel kerken meer gediend van regels.
“Want het woord des kruizes is degenen die verloren gaan een dwaasheid, maar ons, die behouden worden, een kracht Gods.”