- A636 Verlost en afvallig Ab Klein Haneveld 01:04:22
Alles wat God zondaren gaf, wordt aangeduid met het begrip ‘zaligheid’. Dat heeft een drievoudige toepassing, namelijk voor verleden, heden en toekomst. Wedergeboorte brengt verandering van denken teweeg, die als het goed is doorwerkt in het praktische leven. Het sterfelijke lichaam van de christen, waarmee hij God mag dienen, wordt straks vervangen door het verheerlijkte. Als in Hebreeën 6 staat dat er geen bekering is voor hen die, hoewel verlicht geweest, afvallig werden, slaat dat niet op ‘afval der heiligen’ van wedergeborenen (die zo eeuwig leven weer zouden verliezen), maar op afdwalen in de wandel. Men neemt geen verantwoording in dienst van God en groeit niet door voeding met Zijn Woord. Zo ’n gelovige heeft geen zalige wandel naar het zoonschap. Hij koos er voor af te haken. Hoort officieel wel tot de familie, maar praktiseert die relatie niet. Paulus verweet de Galaten dat zij weliswaar op de door de Heilige Geest gewezen weg van genade waren begonnen, maar daarna goeddeels tot de wet – en daarmee tot het vlees – terug gekeerd. Gelovigen zijn geroepen tot praktisch leven in dienst van God en niet te verachteren van de genade.
“Toeziende dat niet iemand verachtere van de genade Gods.”