- A583 Van moederschoot af Ab Klein Haneveld 01:20:01
Omdat Paulus de Heer wilde dienen, kon Hij hem gebruiken. Al moest hij, die naar eigen zeggen van de moederschoot af daartoe was bestemd, na tot geloof te zijn gekomen zijn huiswerk overdoen. Hij ontving het – niet naar de mens zijnde – Evangelie rechtstreeks van God zelf. Bij de Heer bestond kennelijk voorkennis over wat er in Paulus’ leven zou gebeuren. Zoals Hij ook wist dat Israël het Evangelie wel hoorde, maar ongelovig zou blijven. Dat was niet Gods bedoeling, maar het volk kon als Lo-Ammi niet de Knecht des Heeren zijn, hoewel sommigen het tegendeel beweren. Die titel slaat nu op de uit Israël voortgekomen Heere Jezus en wie in hem geloofd is daar een type van. Intussen heeft iedere gelovige, deel hebbend aan het burgerschap van het ware Israël, een eigen verantwoordelijkheid. Zoals de Heer eens Paulus kon gebruiken, omdat die daartoe bereid was, is dat op een ander niveau voor iedere gelovige – die voor Hem koos en Zijn Woord aannam – ook mogelijk.
“Mijn Knecht Israël, door welke ik verheerlijkt zal worden.”