- A571 Hosea en het manke volk Ab Klein Haneveld 01:20:12
Zoals op veel plaatsen in de Bijbel wordt ook in Hosea 12 de naam Israël niet voor het uit twee stammen bestaande Juda maar voor de tien stammen gebruikt. Die worden ook wel als Efraïm aangeduid. Wat er allemaal misging met die tien leidde tot de Assyrische ballingschap. En Hosea kondigde die ondergang aan. Hoewel Israël ‘heerser met God’ betekent, werd het ontrouw. Juda daarentegen redelijk trouw bleef aan die roeping een priesterlijk volk te zijn en claimde de naam Israël. Maar ook dat liep verkeerd af. Juda kwam in de Babylonische ballingschap terecht. Ooit zullen alle twaalf stammen als héél Israël, voortgekomen uit Jakob, onder het Nieuwe Verbond hun Messias aanvaarden. Daarnaar verwees de ochtend na de nachtelijke worsteling van Jakob met de Heer. Jakob liep na die strijd mank. Zijn twee benen vormen een beeld van Juda en Israël. Het totale volk is gehandicapt. Nu eens functioneerde het ene dan het andere weer niet. Eens komen beide samen, zoals door de Heer bedoeld. Woorden van God tegen Jakob waren bedoeld voor geheel Israël.
“Bekeert u en wacht geduriglijk op uw God.”