- A555 David en Absalom Ab Klein Haneveld 01:18:53
Dat het Joodse volk vasthield aan de wet, geen plaats bood aan Davids Zoon en Hem niet dient bij de troon der genade, impliceert vijandschap tegen het Evangelie. Die constatering van Paulus in zijn brief aan de Romeinen is in het Oude Testament typologisch geïllustreerd met de geschiedenis van David en Absalom. De eerste is een type van de Koning (en Middelaar) van het Nieuwe Verbond der onverdiende genade, de tweede van de wet. Absalom, wiens invloed steeds groter werd, liet zich – met volle instemming van de mannen van Israël – tot koning kronen in Hebron. Pas na zijn dood verscheen David weer, na zich keer op keer te hebben verborgen. Zo zal ook de Heer verschijnen, na deze dagen waarin Hij, zoals David destijds, verborgen blijft. Met en door Hem zijn wij aan de wet ontkomen, waaraan Joden zich nog steeds onderwerpen, terwijl ook veel christenen ten onrechte teruggrijpen naar Joodse tradities. Het regime van Absalom leeft blijkbaar nog steeds, maar gelovigen zijn tot de vrijheid en rijkdom van Christus genade geroepen.
“Alzo stal Absalom het hart der mannen van Israël.”