- A547 Niet zien maar geloven Ab Klein Haneveld 01:13:02
Na Zijn publieke kruisiging volgde niet openbaar de opstanding van de Heer en verscheen Hij gedurende een periode van veertig dagen uitsluitend aan gelovigen. Sindsdien bleef dat zo, maar in de toekomst manifesteert de levende Christus Zich aan de wereld, die zal schrikken. Nu is Zijn koninkrijk verborgen, maar kregen Zijn uit de duistere wereld naar het Licht overgezette volgelingen de opdracht de dingen te zoeken die ‘boven’ zijn. Omdat hun burgerschap hemels is. In deze bedeling van verborgenheid doet de Heer niets aan het in Psalm 2 beschreven ‘woeden’ van de volken. Toen de Heer destijds voor het eerst verscheen aan de verzamelde apostelen, was Thomas daar niet bij. Die had er later – op de achtste dag! – aanvankelijk ook moeite mee te geloven dat Christus werkelijk was opgestaan en is daarmee een beeld van Juda, het volk waarvan een gelovig overblijfsel in de vólgende bedeling Hem zal aanbidden. Zoals de apostelen de Heer na zijn opstanding ontmoetten in de opperzaal, doen ook gelovigen dat (geestelijk) nu: zijn hebben een hemelse positie.
“En Thomas, een van de twaalven, gezegd Didymus, was met hen niet, toen Jezus daar kwam.”