- A526 Universeel priesterschap Ab Klein Haneveld 01:17:49
Hoewel in de kerkelijke praktijk blijkbaar enkelingen er voor zijn bestemd, kent de Bijbel alleen het priesterschap van álle gelovigen. Zij allen zijn daartoe bekwaam gemaakt. Uitoefening van die priesterdienst, na zich te hebben gemeld bij de Hogepriester, mondt uit in de beoordeling ervan voor de rechterstoel van Christus. Naarmate gelovigen in hun aardse lichaam zich aan de priesterlijke wandel hebben gewijd, zullen zij daar loon ontvangen. Het heeft met hun gerichtheid op (de Geest van) Christus te maken. Die ontbrak goeddeels in de door Paulus als vleselijk ervaren wandel van de gemeente te Korinthe, zoals blijkt uit zijn beide brieven. Hun hart was niet of nauwelijks betrokken bij hun geloof. Daarom hield hij hen voor dat van wie het nieuwe leven heeft ontvangen, verwacht mag worden dat ook te léven, in plaats van op het vlees gericht te blijven. Zoals voor God het vlees gestorven is, zou dat ook voor Zijn kinderen zo zijn. De bedoeling is dat die elkaar – naar Bijbelse maatstaven – niet eens meer naar het vlees kennen. Om volop deel hebben aan het universele priesterschap.
“Opdat degenen die leven niet meer zichzelf zouden leven, maar Die voor hen is gestorven en opgewekt.”