- A511 Toonbeelden van genade Ab Klein Haneveld 01:05:00
Gelovigen worden in de Schrift opgeroepen zich uit te strekken naar een wandel die in overeenstemming is met hun juridisch verkregen status. Zoals in Israël een Leviet was voorbestemd om priester te worden, zijn kinderen van de Koning als heiligen geroepen tot delen in Christus’ erfenis. Maar zoals destijds niet iedere Leviet er tijdens zijn opvoeding in de praktijk veel van terecht bracht, laat ook de wandel van menige gelovige te wensen over. Paulus maakt in bijvoorbeeld de brief aan de Romeinen onderscheid tussen de in Christus ontvangen positie van de gelovige en hun bereidheid in overeenstemming daarmee uit genade te leven. Hij roept heiligen als het ware op heilig te wandelen, waartoe zij ook bekwaam zijn gemaakt, en aldus toonbeelden van Zijn genade te zijn. Dat impliceert zich niet meer te belasten met de inzettingen van de wereld en de oude mens, maar zich onder het Nieuwe Verbond te richten op het functioneren van de nieuwe mens en de dood verklaarde oude mens ook als zodanig te mijden. Dan kan door de werking van Gods Woord in de gelovige. Het resultaat van die oefening op weg naar volwassenheid zal in de toekomst worden gezien. “Dankende de Vader, die ons bekwaam gemaakt heeft om deel te hebben aan de erfenis.”