- A493 Berouw, vermaning, vertroosting Ab Klein Haneveld 01:11:48
Waar de Bijbel, vooral in het Oude Testament, aangeeft dat God berouw over iets had, drukt dat geen spijt over Zijn daden uit. Het slaat niet op ad hoc door Hem genomen besluiten, omdat eerdere bij (Zijn) nader inzien verkeerd zouden zijn geweest Waar het begrip voorkomt in de Schrift, heeft het steeds betrekking op door Hem ingezette verandering, die deel van Zijn plan uitmaakte. Zo verving Hij het Oude door het Nieuwe Verbond, waardoor verlossing tot stand kwam. In het Hebreeuws heeft het veelal met ‘berouwen’ vertaalde woord nacham (waarvan Noach is afgeleid) ook de betekenis van ’troosten.’ God laat veel tot een door Hem bepaald tijdstip doorgaan, om daarna een wending teweeg te brengen. In het Nieuwe Testament impliceert het begrip ‘vermaning’ ook veelal vertroosting, in de zin van elkaar wijzen op het nieuwe dat is gekomen. Dankzij de Trooster. De troost voor de gelovigen is dat God het oude, het ‘eerste’, wegneemt om er het ’tweede’, het nieuwe voor in de plaats te stellen.
“Ik ga heen, maar zal u de Trooster zenden..”