- A483 Gehoorzaam te water (doop) Ab Klein Haneveld 00:53:21
(FiI.2, doopdienst) Gelovigen kregen deel aan nieuw, eeuwig leven. Zij zijn een plant geworden met Christus, behorend tot Zijn Lichaam en genieten geen erkenning in de wereld. Sinds Hij demonstratief ten hemel voer, liet God niets meer van Zich horen. Maar Hij gaf wel Zijn Woord der Waarheid. De Zoon des Mensen bleef als Knecht gehoorzaam aan de Vader, nam de schuld van de wereld op Zich, als Enige Die het recht had als losser op to treden. Na diepe vernedering tot het kruis werd Hij verheerlijkt, Die de gelovigen voorging in het getuigen van de Waarheid. Zoals Hij ook Gods kinderen tot gehoorzaamheid heeft geroepen. Opdat Hij Zijn werk door hen heen kan doen, dat Hij met Zijn kracht in hun zwakte volbrengt. Een primaire uiting van gehoorzaamheid is het van de gelovige als Hij zich laat dopen. Daarmee illustreert hij zich to hebben overgegeven aan zijn Heer, in dood en opstanding..
“En die gedoopt waren, rechtvaardigden God.”