- A482 Het Overblijfsel Ab Klein Haneveld 01:17:47
Zoals de Gemeente dat nu is, temidden van een wereld die haar niet nodig heeft, zorgde God altijd voor een ‘overblijfsel’ dat door geloof ontkwam aan oordeel. Telkens hood Hij een ark (zoals die van Noach), spelonk, woestijnlocatie of andere schuilplaats voor gelovigen die als het ware overtollig en wereldvreemd avant la lettre waren geworden. Hoewel Israel als volk tijdelijk door Hem terzijde is gesteld en Hij nu via de Gemeente werkt, heeft Hij het niet verstoten. Ook in deze genadetijd, onder het Nieuwe Verbond, kunnen Joden naar Paulus’ voorbeeld tot geloof komen en aldus tot het huidige overblijfsel gaan behoren. Maar niet door eigen werken der wet, die niet stroken met genade. Zich aan Gods Woord vasthoudende ‘overblijfsels’ markeren als minderheden de heilshistorie. Zij varieren van de 7000 resterende mannen die niet voor Baal bogen, toen Elia dacht dat hij daarin de enige was, tot bv. de broers van Jozef, die door hem werden gered. En in de toekomst overleeft een gelovig overblijfsel de grote verdrukking.
“Ieder die de Naam des Heeren aan roept zal zalig worden.”