- A434 De deur, de Herder en de Stal Ab Klein Haneveld 01:12:16
(Joh.10) Met de begrippen Deur en Goede Herder in Johannes 10 (elders ook met Schaap), benoemde de Heere Jezus diverse aspecten van Zichzelf onder het Nieuwe Verbond. De beelden geven aan dat er maar één weg is naar de Gemeente, de kudde, waarvan Hij Zelf door Zijn opstanding de Eersteling en daarmee het Hoofd werd. Gelovigen volgen Hem in die wedergeboorte tot eeuwig leven. Niet vóór Zijn lijden en sterven, maar pas na Zijn opstanding werd Hij de Herder, de Hogepriester tot Wie de “schapen” vrije toegang hebben. Hij sterft niet meer, maar lééft voor de Zijnen en leidt hen naar het voedsel. En Hij waarschuwt tegen valse herders, de indringers met een bediening des doods onder de wet. Toevoeging aan de Gemeente vereist alleen geloof. Ook al in het oude testament – bij Abraham, Izak en Jakob – leidde alleen dát tot gerechtigheid.
“Wie door de deur ingaat is de herder der schapen.”